Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet op het primair onderwijs

 

Artikel 85 Bekostiging nevenvestiging
1
De bekostiging van een nevenvestiging van een school neemt een aanvang met ingang van 1 augustus indien:
a
de nevenvestiging overeenkomstig artikel 158 voldoet aan een der normen voor bekostiging, genoemd in dat artikel en, voor zover het een nevenvestiging betreft die voor bekostiging in aanmerking komt op grond van het eerste lid, onder e, van dat artikel, op die grond aan alle scholen van het bevoegd gezag of, bij toepassing van artikel 157, derde lid, de samenwerkende bevoegde gezagsorganen, niet meer nevenvestigingen worden verbonden dan het verschil tussen het totale aantal leerlingen van die scholen gedeeld door 260 en het totale aantal leerlingen van die scholen gedeeld door 290, waarbij de quotiënten naar beneden worden afgerond op een geheel getal,
b
de nevenvestiging niet wordt verbonden aan een school die met toepassing van artikel 157 in stand wordt gehouden,
c
1
de nevenvestiging, onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van ingang van de bekostiging als nevenvestiging, als zelfstandige school van de desbetreffende richting dan wel indien het betreft een nevenvestiging van een openbare school als zelfstandige openbare school werd bekostigd, of
2
de nevenvestiging voor bekostiging in aanmerking kwam als nevenvestiging van de voormalige school bedoeld onder 1°,
d
ingeval het betreft een nevenvestiging van een openbare school die in stand wordt gehouden door een andere rechtspersoon dan de gemeente op wier grondgebied de nevenvestiging is gelegen, die gemeente bij notariële akte de instandhouding van de school die nevenvestiging is geworden, heeft overgedragen aan die andere rechtspersoon, en
e
van de omvorming tot nevenvestiging voor 1 februari voorafgaand aan de datum, bedoeld in de aanhef, mededeling is gedaan aan Onze minister, en indien het betreft een situatie als bedoeld onder d, onder overlegging van gegevens waaruit blijkt dat aan het vereiste onder d is voldaan.
2
Bij de akte, bedoeld in het eerste lid onder d, worden tevens overgedragen de rechten die het bevoegd gezag van een school toekomen, ten aanzien van het gebouw en terrein, alsmede ten aanzien van de roerende zaken. In de akte wordt bepaald dat de rechtspersoon aan wie wordt overgedragen, het personeel in gelijke betrekkingen en onder dezelfde voorwaarden als vermeld in de akte van aanstelling, aan de school aanstelt met ingang van de datum van overdracht.
3
Door overdracht met inachtneming van het eerste en tweede lid, treedt de verkrijgende rechtspersoon in alle uit de wet voortvloeiende rechten en verplichtingen van zijn rechtsvoorganger voor zover deze zijn hoedanigheid van bevoegd gezag betroffen.
4
Onze minister maakt voor 1 mei volgend op de mededeling, bedoeld in het eerste lid onder e, aan het bevoegd gezag van de beoogde nevenvestiging bekend of de nevenvestiging zal worden bekostigd.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •